De vos heeft ons toompje van negen kippen en vier haantjes gedecimeerd tot één zielig haantje. Een getraumatiseerd jong beest is het geworden. In een nacht is hij zijn familie verloren. Hij stapt nu, zeven dagen na die nacht, nog steeds schuchter door de grote ren. Hij mijdt het nachthok, waar de vos naar binnen was gegaan en de kippen en hanen naar buiten sleurde, hun koppen afbeet en er een paar mee naar zijn hol nam.

De twee tortelduiven, die elke avond op een tak boven het nachthok zij-aan-zij sliepen, zijn ook vertrokken. Op tijd hoop ik.

Ik was gewaarschuwd door een jager. De vos is op Walcheren gesignaleerd en niet één, maar een heleboel tegelijk. Vossenburchten zitten in de duinen, die dan weer kapotgemaakt worden door het Waterschap. Walcheren was eens het walhalla voor vogels en pluimvee, maar dat is met de komst van de vos voorbij.

Sluit het nachthok, zei  de jager en ik knikte maar sloeg zijn advies in de wind. Die vos zou hier niet komen. De geur van onze honden, de plukken hondenhaar die ik overal had opgehangen en de hoge afzetting, zouden hem buiten de deur houden. Naïef was ik.

We gunnen ons haantje een nieuw toompje en kopen jonge hennetjes bij een kippenboer in de buurt. Die heeft legio zielige kippen in te kleine loodsen. Ik zal er vijf redden en de sluwheid van de vos niet meer onderschatten. Je gelooft iets pas als je het ondervindt. (foto Jan Dirk Bol)